| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sferics (1981) luisteren naar ionosferische storingen, met long-loop-antenna's, versterkers en koptelefoons
Uitvoering: Bram Vreven en Anne Wellmer / Locatie > Het Hemels Gewelf van James Turrell > Machiel Vrijenhoeklaan 175 Kijkduin / map
SFERICS zijn natuurlijke radiogolven en atmosferische storingen in de ionosfeer. De installatie SFERICS in Kijkduin omvatte 6 luister stations op verschillende plekken rondom het Hemels Gewelf met ieder 2 grote spiraalantenna's (Long Loop Antennas) waarmee deze electromagnetische signalen live werden ontvangen, vervolgens 1:1 werden vertaald naar het akustische domein en via versterkers en koptelefoons direct werden weergegeven aan het luisterende publiek. Waar de concertante werken van Lucier met grote regelmaat wereldwijd worden gespeeld, zijn het met name zijn grote – bij gebrek aan een beter woord – ‘atmosferische’ werken die zelden tot nooit klinken. En al zeker niet in een natuurlijke setting (buitenlocatie). Dit soort werken ontstaat vaak ook ter plekke, waarbij de aard en betekenis van de fysieke omgeving een doorslaggevende rol spelen bij de realisatie van wat Lucier met een stuk wil bereiken. Vanwege het ideale karakter van het Hemels Gewelf heeft Lucier besloten om speciaal voor deze locatie een nieuwe versie van Sferics te maken, die op zaterdag 29 mei 2010, ’s avonds, kort nadat de schemering is ingetreden, in premiere gaat. Met dank aan stichting Stroom, vindt de première van Sferics dus plaats op een werkelijk ideale locatie: de ‘kunstmatige krater te Kijkduin’ zo genoemd door de bedenker, de landschapskunstenaar en architect James Turrell – en sinds de totstandkoming in 1992 beter bekend onder de naam ‘Het Hemelse Gewelf’*
Waar Turrell het mogelijk maakt om dat wat de natuur in wezen is, visueel waar te nemen en -gesensibiliseerd door de kenmerkende sfeer van het Hemelse Gewelf - te ondergaan, voegt Lucier daar binnenkort een belevenis aan toe, namelijk om, als luisteraar, die natuur ook als niet alleen als fascinerend- maar ook rustgevend auditief fenomeen te ervaren. In de duinen van Den Haag waar het licht zo tastbaar aanwezig kan zijn, heeft Turrell een plek gemaakt om naar de lucht te kijken: ‘Het Hemels Gewelf' in Kijkduin. Op de Editie van een van de puinduinen is een kom aangelegd in de vorm van een ellips, 30 meter breed, 40 meter lang. De glooiingen aan de binnenkant van de krater zijn ingezaaid met gras en in het midden staat een monumentale bank van natuursteen waarop twee personen achterover kunnen liggen en kunnen zien hoe de hemel de vorm van een gewelf kan aannemen. Op een hoger gelegen duin staat eenzelfde bank waar zich een panorama ontvouwt over de zee, het strand en het vlakke land daarachter. In de richting van de horizon wordt het gewelf geleidelijk platter. Het Hemels Gewelf is onlangs door de organisatie die het beheert, Stroom Den Haag, volledig en voortreffelijk gerestaureerd. The Celestial Vault by James Turrell | Het Hemels Gewelf van James Turrell
photos of the making of Sferics at the Celestial Vault by James Turrel in Kijkduin
Music for Solo Performer (1965) voor extreem versterkte hersengolven en percussie
Uitgevoerenden: Alvin Lucier, Nicolas Collins en Anne Wellmer De luidsprekers die de percussie instrumenten bespelen zijn ontworpen en gerealiseerd door de volgende studenten van het Koninklijk Conservatorium en de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten Den Haag: Aurimas Bavarskis, Juan Cantizzani, Matteo Marangoni, Alberto Novello, Pablo Sanz, Michael Schunior o.l.v. Anne Wellmer.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Still Lives (1995). De subtiele (re)productie van ritmische magie, voor tape en piano
Piano: Reinier van Houdt Lucier: “Toen de pianist Joseph Kubera me vroeg om een stuk voor hem te schrijven, werd dat een suite van acht korte bewegingen. Om de vorm van die bewegingen te kunnen bepalen besloot ik spontaan om gewoon bij mij thuis om me heen te kijken en dingen te kiezen waar mijn blik aan bleef hangen. Het eerste wat ik zag was de hangmat die in mijn tuin tussen twee bomen gespannen was, vervolgens zag ik een lichtvlek in de vorm van een grote diamant die door de stralen van de zon op de kamervloer werd geprojecteerd. In de keuken koos ik voor een stel eetstokjes die op het aanrecht lagen.
Toen ik de vormen gevonden had, tekende ik ze op papier met een precieze notatie van toonhoogtes en tijdsduur. Bob Bielecki programmeerde de partituren op een computer en maakte er opnames van. Vervolgens kopieerde ik de vormen op notenpapier waar ik de toonhoogtes voor de piano op zo’n manier op noteerde dat er in de uitvoering van tape en live muziek een goed hoorbare maar net iet afwijkende overeenkomst in het ritme zou ontstaan.
Omdat het de pianist vrij staat om zijn aanslag te versnellen of vertragen, ontstaat er niet alleen een variatie in het ritme maar ook een weldadig magische sfeer. Dit gebeurt niet onmiddellijk of zomaar. De pianist moet er de tijd voor nemen om die sfeer te creëren, net als de bezoeker de tijd nodig heeft om die hypnotiserende sfeer te proeven en in zich op te nemen.
De première van Still Lives vond plaats op 18 maart 1999 in Merkin Hall, New York en werd uitgevoerd door Joseph Kubera.
STILL LIVES
I. Sunlight Diamond 2:37 II. Hammock 2:40 III. Barbecue Grill 4:54 IV. Lamp Shade 2:38 V. Two Floor Tiles 3:03 VI. Ferns 3:25 VII. Bread Knife 2:50 VIII. Chopsticks 2:52 Opera with Objects (1997) voor performers met echo-instrumenten, gecomponeerd voor Sam Ashley
Opera with Objects maakt deel uit van een reeks werken van Lucier waarin hij de resonerende eigenschappen van alledaagse voorwerpen onderzoekt. De uitvoerenden kloppen op een voorwerp dat, wanneer het gekoppeld is aan een ander voorwerp, levendige veranderingen laat horen in zowel klankkleur als volume. "Recentelijk heb ik een stuk gecomponeerd met de titel Opera with Objects, waarin de studenten kloppen op verschillende objecten die ze vinden en zo de voorwerpen onderzoeken op resonantie en klankkleur. Ik heb ook een stuk gecomponeerd met de titel I Remember, waarin de studenten zingen in melkflessen, metalen blikjes en dat soort voorwerpen, op zoek naar de resonantiefrequenties. Ik heb een stuk geschreven voor vier studenten die samen een strijkkwartet vormden, waarin ze de verschillende interferentiepatronen onderzoeken die je kunt creëren door strijkinstrumenten te ontstemmen. We hebben ook een stuk van Christian Wolff uitgevoerd, waarin stenen worden gebruikt. De studenten gingen eropuit om stenen te verzamelen, waarna ik binnenkwam en we de compositie met stenen speelden.
Ik ben doorgaans meer geïnteresseerd in dit soort geluidsexperimenten met niet-muzikale voorwerpen dan in de nieuwste elektronische programma’s. In zekere zin kies ik dus voor een antitechnologische aanpak in muziek. Ik ben overigens niet per se tegen nieuwe technologie, maar ik vind het effectiever en productiever dat studenten hun beleving van klank en muziek verbreden door muzikale experimenten met de meest eenvoudige en basale voorwerpen, waaronder dingen die in de natuur te vinden zijn. Dit is wat ik mijn studenten leer en zulke experimenten laat ik ze tijdens mijn lessen uitvoeren." Alvin Lucier
947 (2001) voor fluit en zuivere sinustoongenerator
Fluit: Anne La Berge
In 947 worden vier zuivere tonen in al hun combinaties elektronisch ten gehore gebracht. Terwijl dit gebeurt zet de fluitiste er dicht tegen de elektronische tonen aanleunende, lang aangehouden tonen tegenover. Ze creëert zo een hoorbare zweving op een snelheid die wordt bepaald door de afstand tussen haar tonen en die van de hun zuivere, elektronische even-tonen. Naarmate de afstand (in tijd) tussen de zuivere, elektronische tonen en die van de fluitiste groter wordt, versnelt zich het ritme van de zwevingen. Zodra ze dezelfde tonen voortbrengen wordt de ritmische zweving geneutraliseerd. De fluitiste kan de snelheid van de zwevingen manipuleren door haar toonhoogte lichtelijk of sterk te veranderen.
Bird and Person Dyning (1975) voor performer met 2 microfoons, versterker, luidsprekers en een elektronischevogel- lokroep
Performers: Alvin Lucier en Nicolas Collins | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() Lucier: “Op een dag kreeg ik met de post een elektronische kerstversiering toegestuurd. Zo'n ding dat je in de kerstboom kunt hangen, als je dan het stekkertje in het sEditiecontact sEditiet gaat het ding als een vogel te tjilpen. Dat bracht me op het idee om het geluid van dat vogeltje te versterken en te manipuleren. Zo is het begonnen."
Bird and Person Dyning is een mijlpaal in het oeuvre van Alvin Lucier. Geplaatst in de muziekgeschiedenis is het ook een volstrekt uniek stuk. Wat we horen (en zien) is een componist die naar zichzelf luistert terwijl hij luistert naar zichzelf.
We zien een solo performer die twee microfoons op zich draagt. Op het speelvlak staan een paar luidsprekers en de hierboven beschreven kerstversiering waarin afspeel/opnameapparatuur is verborgen, die de lokroep van een vogel produceert. Microfoons en afspeelapparatuur zijn op de luidsprekers aangesloten. De performer (componist) beweegt zich langzaam door de ruimte. In vertraagde bewegingen zet hij telkens voorzichtig een enkele stap. Of hij staat stil en maakt een nauwelijks waarneembare beweging met een van zijn armen of zijn hoofd.
Het luisteren – van de componist – naar zichzelf, terwijl hij naar zichzelf luistert, en de bewegingen (en geluiden) die hij al doende maakt, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Interactief beïnvloeden ze elkaar. Het publiek hoort wat de componist hoort terwijl hij luistert naar zichzelf: de elektronische lokroep van de vogel én het geluid dat hij maakt terwijl hij naar zichzelf en de lokroep luistert. Doordat van het één telkens - en telkens ook in versterkte mate (de microfoons, de interactiviteit) - het ander komt, slaat de door het gedrag van de componist in eerste instantie met aandacht en intimiteit geladen, transparante sfeer, plotseling om in een uitermate complexe en ook catastrofale, akoestische situatie. *Dyne: noun Physics a unit of force that, acting on a mass of one gram, increases its velocity by one centimetre per second every second along the direction in which it acts / ORIGIN from Greek dunamis ‘force, power’ A Tribute to James Tenney (1986) voor voor contrabas en sinustoongeneratore Contrabas: Chris Dahlgren photo by Anne Wellmer Het stuk A Tribute to James Tenney (1986) van Lucier vertoont evenals een aantal van zijn andere stukken het verschijnsel 'zwevingspatronen'. Binnen de geluidsleer heeft een ‘zweving’ betrekking op de ritmische variaties in geluidssterkte die worden waargenomen wanneer twee tonen van vergelijkbare, maar verschillende frequenties worden gehoord. In het stuk worden twee oscillatoren toegepast voor de productie van aanhoudende tonen en een enkel instrument, de dubbele bas. Er zijn vijf delen, waarbij elk deel een octaaf lager wordt gespeeld ten opzichte van het voorgaande deel. De juiste toonhoogte wordt bepaald met de oscillatoren. De bespeler van de dubbele bas staat tussen de twee speakers waaruit de tonen klinken. De zwevingspatronen kunnen tijdens ieder stadium worden waargenomen, waarbij het tempo van het patroon bij iedere octavering met de helft wordt vertraagd. De interactie tussen het instrumentale en het elektronische geluid zorgt tevens tijdens elk stadium voor een verandering in de klankkleur van de dubbele bas. Het stuk werd oorspronkelijk gecomponeerd voor bassist Roy Wiseman. A Tribute to James Tenney verscheen in een collectie essays en muziek als eerbetoon aan componist James Tenney (Perspectives of New Music vol. 25, nummer 1 en 2, 1987).
Broken Line (2006) voor fluit, vibrafoon en piano Tijdens de uitvoering van het werk brengt een fluitist een opwaartse en neerwaartse glijdende beweging ten gehore in frasen van vier, acht en twaalf seconden, die zich uitstrekt over intervallen van een halve toon, een grote secunde en een kleine terts. Elke frase wordt opgesplitst door twee seconden rust, die de fluitist de gelegenheid geven adem te halen. Wanneer de fluitist ademhaalt, spelen de vibrafonist en de pianist lange tonen tegen de opwaartse en neerwaartse bewegingen en produceren zo hoorbare zwevingen. Broken Line werd oorspronkelijk geschreven voor Erik Drescher en het Nexus Trio. "Mijn zuiver instrumentale composities volgen over het algemeen de traditie van mijn elektronische stukken omdat er ook ongebruikelijke akoestische verschijnselen worden verkend en er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe geluidswereld. Er wordt in deze akoestische stukken niet afgeweken van mijn gebruikelijke compositorische principes. Ik pas instrumenten voor orkest uisluitend toe als geluidsbronnen en doe dat op dezelfde manier als waarop ik sinusgeneratoren heb toegepast in mijn elektronische werken. Het strijkkwartet waar ik het over had betreft Navigations for Strings, een kwartet wat ik heb gecomponeerd voor het Arditti String Quartet, gevestigd in Londen. Het is een zuiver akoestisch stuk zonder elektronische technische apparaten. Over een tijdspanne van 15 minuten drukken de musici het interval van een kleine terts samen tot een unisono door geleidelijk extreem kleine intervallen uiterst nauwkeurig af te stemmen. Een aantal van die intervallen zijn te klein om waargenomen te worden. De intentie om dit te doen is belangrijk. Er ontstaat een hoorbare zweving die behoorlijk levendig is, maar niet zo levendig als met sinusoïdes. Het werk is vergelijkbaar met mijn andere werken omdat er een fysisch fenomeen wordt verkend. Het gaat om de zwevingen. Alle andere aspecten, waaronder melodie en ritme, worden naar de achtergrond verschoven zodat het publiek zich kan concentreren op de zwevingen en daaraan gerelateerde verschijnselen. “
Alvin Lucier / zoals hij werd geciteerd in een interview wat oorspronkelijk werd gepubliceerd in musica-ukrainica. Met vriendelijke toestemming van Anton Rovner. Nothing is Real (Strawberry Fields Forever) (1990) voor piano, versterkte theepot, opnameapparaat en miniatuur geluidssysteem Performer: Alvin Lucier photo by Anne Wellmer Lucier: 'Ik moet mezelf er heel vaak gewoon toe dwingen om elke notie van muziek uit m'n hoofd te bannen, omdat ik anders geen vat krijg op de kern van het idee achter het stuk dat ik wil maken." ” In de lente van 1990 vroege Aki Takashashi me of ik een stuk voor haar wilde maken dat gebaseerd was op een lied van de Beatles. Ze had net voor Toshiba-EMI de complete pianomuziek van Satie opgenomen. Het succes van de opnames was voor Toshiba aanleiding om haar te vragen of ze niet een serie Beatles-tunes zou willen opnemen. Op voorwaarde dat ze zelf de componisten voor de arrangementen zou kunnen kiezen, ging ze akkoord. Toen ze met haar verzoek bij mij kwam, vroeg ik haar een Beatles-song te kiezen. Door de keuze niet zelf te maken hoopte ik te voorkomen dat ik bij voorbaat vastgepind zou worden op een persoonlijke herinnering of emotie. Aki koos Strawberry Fields Forever. Gevraagd naar de reden van haar keuze, antwoordde ze dat de zin ‘Nothing is Real’, die in die song voorkomt, haar aan mijn werk deed denken.“ In Nothing is Real worden fragmenten van de melodie als clusters ten gehore gebracht. De fragmenten worden opgenomen en zodra het laatste fragment live is gespeeld, wordt de opname teruggespoeld en opnieuw ten gehore gebracht in een luidspreker die zich bevindt in een kleine theepot die op de klep van de vleugel staat en waarvan het deksel is gesloten. Tijdens het terugspelen wordt het deksel van de pot afgenomen en er weer op teruggezet, waardoor de resonantie van de klank in de pot telkens verandert. Tijdens deze play-back uitvoering wordt de pot zelf tot twee maal toe van de vleugel afgetild, waardoor de resonantie volledig wordt opgeheven en er een welhaast esoterische akoestiek ontstaat. De luisteraar die dit hoort en beleeft, waant zich na verloop van tijd in een toestand van halfslaap en krijgt het gevoel in de tijd te zijn ondergedompeld. © Viola Rusche & Hauke Harder
Vespers (1968) akoestische plaatsbepaling door het opvangen van geluidsecho's. Voor performers met sondols
Vespers (1968) wordt uitgevoerd in een volledig verduisterde locatie. In onze versie zijn de uitvoerenden geblinddoekt. Elke performer krijgt een sondol* , die een scherp klikkend en, wat de zendsnelheid en toonhoogte betreft, handmatig bij te stellen echosignaal uitzendt. De aard van het echosignaal wordt bepaald door het materiaal (hout, staal, stof enz.) waar het op weerkaatst. De performers hebben tot taak om zich in de locatie oriënteren en een traject af te leggen. Ze doen dat door de weerkaatsing van de uitgezonden signalen te interpreteren. Zodra ze de plaats van het weerkaatsende object hebben bepaald (en er niet over gestruikeld zijn) gaan ze op zoek naar het volgende. Door de frequentie en sterkte van het signaal handmatig bij te stellen kan de performer zijn/haar weg van object naar object vinden met als effect dat na verloop van tijd ook het in de duisternis aanwezige publiek een auditief beeld van de ruimte begint waar te nemen.
"De inspiratie voor dit stuk kwam onder meer doordat ik toevallig een aantal proefexemplaren van een sondol in handen kreeg. Het apparaat, dat een snerpend klik-geluid uitzendt, was ontworpen als vervanger voor de wandelstok voor blinden, maar die bleken er geen belangstelling voor te hebben, met als gevolg dat het apparaat nooit in productie is genomen." Robert Ashley: "Lucier's pioneering work can be seen as the precursor of many developments in today's music." (NL: Het baanbrekende werk van Lucier kan worden gezien als de voorloper van vele stromingen binnen de hedendaagse muziek.) De Sondol-replica's zijn in opdracht van Slagwerk Den Haag ontworpen en vervaardigd door Sukandar Kartadinata. video documentaire 1 : Eén van de belangrijkste series filmportretten van de jaren ‘70, vervaardigd door Robert Ashley in samenwerking met een aantal medecomponisten (onder wie David Behrman, Philip Glass, Gordon Mumma, Pauline Oliveros en Terry Riley) en bestaand uit een deel Landschap / Interview(één uur)en een deel live performance (één uur).
“ MUSIC WITH ROOTS IN THE AETHER is een muziektheaterstuk in kleurenvideo. Het betreft de uiteindelijke versie van een idee waar ik een aantal jaren over had nagedacht en aan had gewerkt: om in samenwerking met andere componisten wier muziek mij aanspreekt, een zeer omvangrijk stuk te maken. Het samenwerkingsverband van MUSIC WITH ROOTS IN THE AETHER komt, in ieder geval in de eerste plaats, tot uiting in het theatrale van de interviews, waarbij ik veel dank verschuldigd ben aan alle betrokken componisten voor hun vriendelijke toestemming om hen op deze manier te mogen portretteren.
video documentaire 2:
A TRIBUTE TO JOHN CAGE (1973) / door Nam June Paik / videoportret van de componist John Cage
uitgegeven door Electronic Arts Intermix, NYC, USA 1973, opnieuw bewerkt in 1976
A TRIBUTE TO JOHN CAGE is Paiks hommage aan avant-gardecomponist John Cage. Cage was een belangrijke figuur in de moderne kunst en muziek en één van Paiks grootste inspiraties. De twee mannen waren bovendien goed bevriend en werkten veel samen. In dit veelzijdige portret creëert Paik een rijk geschakeerd geheel van Cages optredens, anekdotes en interviews met vrienden en collega's. Daarnaast laat Paik vele voorbeelden zien van gezamenlijk gecomponeerde muziek- en televisiewerken die representatief zijn voor Cages manier van werken en interesses. De methodologie en filosofie achter Cages radicale muzikale esthetiek — toeval, willekeur, de democratisering van geluiden — komen tot uiting wanneer hij invloedrijke stukken speelt als 4'33" (bestaand uit volledige stilte) op Harvard Square in Cambridge, Massachussetts, of de I Ching gooit om de locaties van zijn optredens te bepalen. Onder de collage van elementen die in dit werk zijn opgenomen bevinden zich o.a. Zen for TV en vroege optredens van Paik en Charlotte Moorman, waaronder de TV Bra en anekdotes van componist Alvin Lucier.
Gastheer: Russell Connor. Gast: Alvin Lucier. Artiesten: John Cage, Marianne Amacher, Richard Teitelbaum, Pulsa, Charlotte Moorman, David Behrman en David Tudor. Fragmenten uit het werk van Cathy Berberian, Jud Yalkut, Francis Lee, David Rosenboom, Jackie Cassen, Stan VanDerBeek en Alfons Schilling. Geproduceerd door New Television Workshop en het tv-lab van de Amerikaanse televisiezender WNET/Thirteen. ZONDAG 30 MEI 2010, Kees van Baerenzaal, Koninklijk Conservatorium, Den Haag
Uit de partituur: "Ik zit in een andere ruimte dan die waarin u zich bevindt. Ik neem het geluid van mijn spreekstem op en zal dat steeds opnieuw afspelen in deze ruimte totdat de resonantiefrequenties van de kamer zichzelf versterken en iedere gelijkenis met mijn stem verdwijnt, behalve misschien het ritme. Wat u dan hoort, zijn de natuurlijke resonantiefrequenties van de ruimte, gearticuleerd via spraak. Ik zie deze activiteit niet zozeer als de demonstratie van een natuurlijk feit, maar eerder als een manier om alle onregelmatigheden in mijn spreken glad te strijken." Nicolos Collins: "Alvin Lucier was waarschijnlijk de eerste componist die begreep dat een architectonische ruimte meer kan zijn dan een ondersteunende setting voor muziekinstrumenten, en de ruimte zelf een instrument kan zijn. En hij was zeker de eerste die op basis van dit idee een substantiële hoeveelheid werk creëerde. Na afloop van dit stuk, waarin de architectonische ruimte zo geweldig weerklinkt, zou je soms vergeten dat het een kalme menselijke stem was die al die oscillaties veroorzaakte. Zoals je zou kunnen kijken naar een film in slowmotion van een fluitspeler die een toon aanzet, ervaren we de geleidelijke opbouw van energie als het instrument begint te klinken, maar hier begint dat niet met een betekenisloze uitstoot van lucht, maar met woorden. Wat we horen zijn niet alleen ‘de natuurlijke resonantiefrequenties van de ruimte, gearticuleerd via spraak’, maar de intersectie van iemands stem en de onmiddellijke omgeving; de fluittonen die we horen zijn niet zomaar een paar resonanties, en ook niet alle mogelijke resonanties, maar precies die resonanties die de stem en de ruimte met elkaar gemeen hebben. Het is geen verrassing dat Lucier koos voor spraak als het bronmateriaal voor dit stuk. In een interview met Douglas Simon zei hij ooit: ‘Mijn eerste ingeving was om verschillende muziekinstrumenten te gebruiken, die een grote verscheidenheid aan geluiden zouden maken, maar dat idee verwierp ik als te “componistisch”. In plaats daarvan koos ik voor spraak.’ l am sitting in a room bevestigt zijn gelijk op een manier die uitstijgt boven het mechanisme, de verschijnselen en de tekst van het stuk. Het stuk neemt de luisteraar mee in een proces dat, ongeacht de mate van begrijpelijkheid, overkomt als volstrekt natuurlijk, absoluut fascinerend, sterk persoonlijk en door en door muzikaal." (Nicolas Collins, 14 maart 1990) Introduction by Nic Collins uitvoerenden & medewerkenden
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alvin Lucier (1931) Alvin Lucier is één van de pioniers en exponenten van de Amerikaanse experimentele muziek en een autoriteit op dat gebied. Hij is sinds 1970 als hoogleraar verbonden aan de Wesleyan Universiteit en was een van de vooraanstaande leden van de invloedrijke Sonic Arts Union (1966-1976). Hij trad op in Amerika, Europa en Japan en zijn werken zijn opgenomen door labels als Disques Montaigne, Nonesuch, en Lovely Music Records.
![]() Alvin Lucier's homepage
.......
No Ideas But in Things .......
Available CD's ....... Origins of a Form by Alvin Lucier
|